Open call masterclass performancekritiek

Locatie: STUK & M

Context

In 1955 sprong de Japanner Saburo Murakami door zes achter elkaar geplaatste papieren schermen. Was ‘At one moment opening six holes’ daarmee het eerste performance kunstwerk? Of gaat die eer naar Jackson Pollocks eerste ‘action paintings’ uit 1955? Zeker is dat vanaf die periode het levende lichaam niet meer weg te denken was in de beeldende kunst.

Het begrip ‘performance’ dat zo ontstond nam in de loop van zeventig jaar heel diverse vormen aan, van een onderzoek naar beweging en ruimte-ervaring tot een onderzoek van het lichaam of acties en ‘scores’ met een soms nadrukkelijke sociaalkritische component, zoals in het werk van Anna Halprin.

Al snel bemoeiden ook ‘echte’ performers, zoals Halprin dus, zich met deze nieuwe kunstvorm. Een danseres als Trisha Brown toonde haar werk eerst in galeries, maar ook gewoon op straat, net als later Lucinda Childs. Pas later zouden ze terugkeren naar het theaterpodium.

Het woord ‘performance’ kreeg zo een diffuus karakter: zowel de objectieven en thema’s als de methodieken en presentatievormen waren zeer divers. Een rode draad is wel de kritische positie die ‘performance’ innam tegenover het systeem waarbinnen het opereerde. Het plaatste bijvoorbeeld kanttekeningen bij de kunsthandel, door geen verkoopbare objecten voort te brengen, en het verstoorde vaak de geaccepteerde verhouding van kijker/toeschouwer tot object/de actie.

De paradox is dat deze kritische kunst sterk afhing van de instituties waar het kritiek op uitte. Veel performancekunst werd zelfs uitsluitend met het oog op het Museum bedacht. De vraag is of dat de scherpe kantjes van die kunstvorm niet afvijlde, zeker nu het een vast onderdeel is gaan vormen van het kunstsysteem. Kunstenaars als Tino Sehgal maakte van de verhandelbaarheid van zijn acties zelfs een specifiek thema.

Musea en theaters zien trouwens steeds vaker brood in deze kunst. Je zou dat kunnen verklaren vanuit de nood van musea en kunstinstellingen om de ‘bezoekerservaring’ te verlevendigen. Zou dat betekenen dat ‘het systeem’ performance als kritische kunstuiting recupereerde?

Zo’n vaart loopt het niet. Performances hebben daarvoor te zeer een seismografisch karakter: ze signaleren thema’s en vragen die aan de einder verschijnen, met het lichaam als ‘medium’. Performance onderwerpt zijn eigen geschiedenis trouwens steeds meer aan een kritische blik.

Toch stelt die snelle, veelzijdige evolutie elke kritische appreciatie wel voor een belangrijk probleem. Welk standpunt neem je in, of welke leesbril zet je op om zo’n divers en door het momentane karakter ook onvatbaar werk toch te analyseren, duiden en vergelijken.

Het komt er dan vooral op aan secuur te kijken naar de keuzes die binnen een bepaald werk gemaakt worden en die af te zetten tegen vergelijkbare of verwante werken, teksten, beelden om zo te bevragen wat het werk precies articuleert en hoe scherp het dat doet. Dat is des te spannender omdat het mogelijke referentieveld van performance zich uitstrekt over een domein dat zowel podiumkunst als beeldende kunst, en daarnaast ook literatuur en filosofie omvat.

Die vraag wordt nog acuter in een tentoonstelling/festival als ‘Playground’ dat werken specifiek selecteert op basis van hun performance kwaliteit en niet per se op basis van wat ze articuleren. In de workshop ‘Performance: hoe brengen we het ter sprake’ gaan we met die vraag aan de slag. We zoeken samen woorden en theoretische kaders om de performances die we zien, en de performance als kunst in het algemeen, te plaatsen.

Praktisch

De workshop wordt georganiseerd door www.pzazz.theater in samenwerking met Playground, een samenwerking tussen STUK Kunstencentrum en Museum M, Leuven. De workshop loopt van 11 tot en met 14 november, of dus de hele looptijd van het Festival.

Vorm van de workshop

De workshop wordt begeleid door de Bulgaars-Britse performance kunstenares Zhana Ivanova die woont en werkt in Amsterdam, en door Pieter T’Jonck, hoofdredacteur van Pzazz. De workshop krijgt vorm als een gesprek in verschillende etappes:

  • Op de eerste dag van Playground bezoeken we samen een groot deel van de installaties en voorstellingen. We maken een eerste roundup van wat we zagen.
  • Op de tweede dag spreken we tussen 10 en 13 u verder over wat we zagen. We spreken af wie verder schrijft over voorstellingen of issues die opgedoken zijn tijdens het bezoek. In de namiddag en de volgende ochtend werkt iedereen daar op zijn eentje aan verder.
  • Op de derde dag bespreken we de elkaars teksten en gedachten in detail. We bezoeken ook samen de voorstellingen die we nog niet eerder zagen. Afspraken over te schrijven interviews, teksten, … worden verder fijn gesteld.
  • Zondag: onderling gesprek tussen 16 u en 18 u over de geschreven teksten en afspraken wat en hoe we dit delen met kunstenaars en publiek. De online publicatie op www.pzazz.theater volgt meteen daarop. De workshop laat op die manier een concreet spoor na.

Wie kan deelnemen?

De workshop is een leerproces. We verwachten dus niet dat je ‘er alles al van weet’, wel dat je enige kijkervaring en achtergrond hebt. Het belangrijkste is echter de motivatie om je in het proces te storten. Je bent dus ook de hele duur van Playground, dat loopt van 11 tot 14 november, beschikbaar.

Wil je deelnemen, stuur dan een korte motivatie en CV -niet meer dan één A4 elk, naar redactie@pzazz.theater uiterlijk op zondag 10 oktober. Je kan je kandidatuur verder ondersteunen met eigen teksten over een verwant onderwerp.

Deelnemen is gratis. Playground voorziet ook de nodige toegangstickets. In ruil moet je wel beschikbaar zijn van donderdagnamiddag 11/11 tot zondagnamiddag 14/11!